De flora

In de jaren veertig van de 20e eeuw was ongeveer 70 procent van het Thaise vasteland nog bedekt met bos. Tegen 1960 was dit al gedaald tot 50 procent en tegenwoordig is er waarschijnlijk nog slechts 15 procent ongerept bos over. Misschien nog eens 15 procent is opnieuw beplant, maar in dat geval zijn dikwijls geen inheemse soorten aangeplant, of werden er plantages aangelegd met oliepalmen en met name in het zuiden rubberbomen of ananas. Het tempo waarin de ontbossing plaatsvond was een van de hoogste van Zuidoost-Azië. Na verschillende desastreuze aardverschuivingen werd de houtkap in 1989 echter verboden, en tegenwoordig is de situatie stabieler.

Bekijk nu de beste Thailand vakantie aanbiedingen

Alleen al vanwege de langgerekte vorm van het land kennen de Thaise bossen een enorme verscheidenheid aan habitats. Er groeien zowel bladverliezende (die in het koele seizoen al hun blad laten vallen) als groenblijvende bomen (die hun bladeren verspreid over het jaar laten vallen en daardoor het hele jaar door hun groene uiterlijk behouden). Er zijn tal van subgroepen en vanwege de grote variatie aan landschappen kan een nationaal park uit verschillende typen bos bestaan.




Ongeveer 70 procent van alle Thaise bossen is bladverliezend. Dit type is in alle regio’s te vinden en kent als subgroep onder andere bamboebossen en gemengde bossen. Deze laatste categorie is misschien wel de commercieel waardevolste; in het noorden groeien in dit type bos onder meer teak en rosewood (Dalbergia cochinchinensis).

Voorbeelden van groenblijvende bossen zijn mangroven, strandbossen en tropische bossen. Onder deze laatste vallen ook de tropische regenwouden, die voornamelijk voorkomen in het zuiden en oosten, waar jaarlijks meer dan 2000 mm regen valt. Regenwoud bestaat uit vier afzonderlijke lagen of ecosystemen boven elkaar. Dit type bos, waar bomen van wel 60 m hoog groeien, kent een van de hoogste concentraties soorten ter wereld.